terug naar alle blogberichten

Zonnepanelen: alles wat je moet weten

11 Feb 2018

Ondanks de talrijke wijzigingen die het beleid omtrent zonnepanelen heeft gekend en nog dreigt te kennen, blijft een fotovoltaïsche installatie interessant voor de consument.

Hoe werken zonnepanelen?

De term “fotovoltaïsch” komt van het Griekse woord “photos” (= licht) en “Volta”, de uitvinder van de eerste elektrische batterij.

In een fotovoltaïsche zonnecel wordt licht omgezet in elektriciteit. Hoeveel stroom een cel produceert, hangt af van hoeveel licht, direct of indirect, erop valt. En dat varieert gedurende de dag en het seizoen. De zon hoeft niet volop te schijnen; een beetje zonlicht is voldoende om stroom op te wekken.

Zonnecellen worden aan elkaar geschakeld in zonnepanelen of zogeheten PV-modules.

Bepaal je prioriteiten

Alvorens zonnepanelen te plaatsen, doe je er echter sowieso goed aan om eerst alle andere ingrepen voor een grotere energie-efficiëntie uit te voeren: isoleren, superisolerende beglazing plaatsen, opteren voor een condensatieketel, zuinige toestellen kopen enz. Een energieaudit kan helpen om te bepalen welke maatregelen voorrang hebben. Met de interactieve energiemodule van Test Aankoop zetten we je op weg. Pas daarna is het verstandig te gaan voor een fotovoltaïsche installatie.

In dit dossier vind je hopelijk de antwoorden op al je vragen rond zonnepanelen:

Componenten van de installatie

Zonnekabel of PV-kabel

De PV-kabel op het dak moet soms bestand zijn tegen uv en hoge temperaturen.

De kabel op het dak, tussen de panelen en de omvormer, moet bestand zijn tegen uv, als hij in het zonlicht is geplaatst, en meestal ook tegen hoge temperaturen (van 90 tot 120°C). Daartoe is een zgn. zonnekabel of PV-kabel de veiligste keuze. Zijn doorsnede moet wel juist worden gedimensioneerd in functie van de stroom, het voltage en de lengte van de kabel; een doorsnede van 2,5 mm² kan soms volstaan, maar de installateur mag niet aarzelen om zo nodig voor 4 of zelfs 6 mm² te opteren. Dat zal ook een positieve impact hebben op het rendement van de installatie (hoe korter en dikker de kabel, hoe groter in principe het rendement).

 

Omvormer

De omvormer maakt de opgewekte stroom geschikt voor het elektriciteitsnet.

In elke fotovoltaïsche installatie hoort een omvormer. Dit toestel maakt de opgewekte stroom (gelijkstroom) geschikt voor het elektriciteitsnet (wisselstroom). Het helpt ook om het rendement van de installatie te optimaliseren. Doorgaans bevat een fotovoltaïsche installatie slechts een omvormer, maar in grote of meer ingewikkelde installaties kunnen er meerdere zijn.

Een omvormer is een van de meest delicate onderdelen van de hele installatie. Zijn levensduur wordt geschat op 10 jaar (tegenover 25 tot 30 jaar voor de panelen zelf).

Het zal vooral de installateur zijn die bepaalt welke omvormer geschikt is voor je installatie.

Een omvormer vreest de hitte en hoort bij voorkeur thuis in een koele ruimte, bv. in een garage. Sommige installateurs zullen dan ook, terecht, weigeren om hem op een zolder te plaatsen, waar het in de zomer erg warm kan worden. Er moet ook voldoende ruimte rond zijn voor de ventilatie. Verder is de omvormer bij voorkeur goed bereikbaar. Dan kun je hem, wanneer nodig, vlot uitschakelen. En als hij de spanning en andere productiekenmerken zoals het geproduceerde vermogen op een display weergeeft, kun je nagaan of de installatie nog correct werkt.


Bijkomende meter

Een bijkomende meter meet hoeveel stroom je installatie produceert.

Er moet een extra (“groene”) meter worden geplaatst om te meten hoeveel stroom je fotovoltaïsche installatie produceert. Die meting bepaalt hoeveel groenestroomcertificaten je zult krijgen.

Gewone meter

De gekende klassieke meter moet in twee richtingen kunnen draaien.

De gekende klassieke meter moet in twee richtingen kunnen draaien want er wordt ook stroom in het elektriciteitsnet geïnjecteerd. Het gebeurt dat de bestaande meter moet worden vervangen. In het Brussels Hoofdstedelijk gewest is dat zelfs altijd het geval. Daar is zo’n meter immers vereist om de stroom die je zelf verbruikt, en de stroom die je op het net zet, elk apart te kunnen meten.

 

Scheidingsschakelaar

Er moet in een installatie van zonnepanelen altijd een scheidingsmogelijkheid zijn om de stroom uit te schakelen. Doorgaans kan de stroom worden uitgeschakeld ter hoogte van de omvormer zelf, maar als de afstand tussen de panelen en de omvormer groot is, is het interessant om een zgn. scheidingsschakelaar te plaatsen in de buurt van de panelen. De kabel staat immers altijd onder spanning wanneer er buiten licht is. Uit veiligheidsoverwegingen is het dan beter om het binnendeel van de installatie zonder stroom te kunnen zetten. De scheidingsschakelaar is bij voorkeur vlot bereikbaar.

Differentieelschakelaar

Een differentieelschakelaar beveiligt tegen elektrische schokken en helpt ook om eventuele stroomlekken op te sporen.

Een algemene differentieelschakelaar van maximaal 300 mA (van het type A) is verplicht om je tegen elektrische schokken te vrijwaren en zelfs om eventuele stroomlekken op te sporen, die je honderden euro’s per jaar kunnen kosten

In bepaalde gevallen, onder meer bij elektrische installaties uit de jaren 80, zit er nog een algemene differentieelschakelaar van het type AC. Die moet dan worden vervangen door een differentieelschakelaar van het type A. Of anders zal de installateur er een van het type A moeten plaatsen ter hoogte van de fotovoltaïsche installatie

 

Aarding

Het metalen frame rond de zonnepanelen en de draagstructuur waarop ze zijn bevestigd, moeten geaard zijn.

Componenten als het metalen frame rond de zonnepanelen en de draagstructuur waarop die zijn bevestigd, moeten op de aarding van de woning zijn aangesloten. Een correcte aarding is vereist. Desnoods moeten extra aardingspennen in de grond worden geslagen om de stroom beter te spreiden.

Gelijkstroom

Een deel van de installatie staat onder gelijkstroom (en niet de wisselstroom die we van onze klassieke elektrische installatie kennen). De verbindingsdozen en beveiligingen in dat deel van de installatie moeten specifiek voor gelijkstroom geschikt zijn zodat de schakelelementen niet kunnen doorbranden of ontploffen.

Is mijn woning geschikt? Hoeveel m² heb je nodig?

Doorgaans is het interessant om ernaar te streven om het eigen totale jaarlijkse stroomverbruik van het gezin volledig te compenseren met stroom uit zonnepanelen. Het vereiste vermogen van jouw installatie - dat wordt uitgedrukt in kilowattpiek of kWp - verkrijg je dan door je jaarlijkse stroomverbruik te delen door 900 (of iets minder als bv. oriëntatie en dakhelling niet optimaal zijn; vermenigvuldig 900 dan met het percentage volgens de oriëntatie en de dakhelling uit de tabel hieronder, bv. 900 x 0,93 = 837).

Concreet verbruikt een doorsneegezin 3 500 kWh stroom per jaar en heeft dat in dit voorbeeld ongeveer 4 kWp nodig. Het is echter niet altijd mogelijk om tientallen vierkante meters op een dak te plaatsen. Als je per kWp mag rekenen op 5 m² (bij sommige monokristallijne panelen) tot 7 m² (bij andere modellen, zoals bv. polykristallijne panelen) heb je al snel 20 à 30 m² panelen nodig bij een goede oriëntatie. Zoveel plaats is er niet op elk dak beschikbaar. Weet bovendien dat in het Brussels Hoofdstedelijk gewest het totale vermogen van de installatie sowieso beperkt is tot 5 kWp (technisch gesproken is het maximum uitgedrukt in kVA, wat dicht in de buurt ligt van het cijfer in kWp).

 

Oriëntatie en dakhelling

Het dak van de woning is bij voorkeur op het zuiden gericht en heeft een helling van 30°-35°. Ook daken die op het oosten of het westen (over het zuiden heen) zijn gericht of een helling hebben tussen 15° en 50°, komen nog in aanmerking voor zonnepanelen, al zullen die een lagere opbrengst hebben. Eventueel moet je meer panelen plaatsen of exemplaren met een hoger rendement om eenzelfde stroomproductie te halen.

Impact van de oriëntatie op het rendement van zonnepanelen:

Schaduw

Schaduw op zonnepanelen kun je maar beter vermijden. Zelfs een streepje schaduw kan de totale productie sterk afzwakken. Vooral schoorstenen en bomen kunnen een spelbreker zijn. Toch kunnen technische oplossingen als micro-omvormers of optimisers de totale impact van schaduw op de installatie beperken. Je installateur zal je daarvoor een voorstel doen als schaduw een echte spelbreker op je dak zou zijn.

Toestand van het dak

Alvorens een fotovoltaïsche installatie op het dak aan te brengen, doe je er goed aan om de toestand van het dak na te kijken. Het is de gelegenheid om eventueel je dak te vernieuwen, liever dan achteraf de zonnepanelen te moeten demonteren, wat extra kosten met zich zou brengen. De plaatsing van zonnepanelen vereist niet alleen kennis van elektrische installaties maar ook van dakdichting. Vergewis je ervan dat de installateur op beide vlakken beslagen is.

Zonnepanelen wegen ongeveer 10 kg per m². Normaal mag dat geen probleem vormen voor een correct gebouwd dak, dat zwaardere lasten aan kan. Schakel bij twijfel een specialist in.

 

 Opbouw of inbouw?

In het dak ingewerkte panelen (links) verliezen aan rendement ten opzichte van een plaatsing in opbouw (rechts)

Een plaatsing in opbouw, dus boven op het dak, gaat het snelst en zorgt meteen voor voldoende ventilatie - er is een spouw van ongeveer 10 cm tussen de panelen en het dak - zodat de panelen in de zomer niet oververhitten en aan rendement inboeten. Bij nieuwbouw of dakrenovatie kun je overwegen om de panelen in het dak in te werken, wat sommigen vanuit esthetische overwegingen fraaier vinden. De panelen verliezen dan wel aan rendement doordat ze warmer worden: het rendementsverlies kan oplopen tot 5 % en meer.

Isolatie van het dak

In Vlaanderen moet je dak verplicht geïsoleerd zijn.

In Vlaanderen geldt sinds 1 januari 2015 een verplichting om een geïsoleerd dak te hebben, maar er worden momenteel nog geen sancties genomen voor wie in gebreke blijft (die zouden er komen vanaf 2020). Concreet is er een R-waarde van 0,75 m²K/W vereist, wat overeenkomt met 3 à 4 cm isolatie (volgens het soort isolatiemateriaal).

Toen er nog groenestroomcertificaten werden uitgekeerd, konden die in principe worden geweigerd als er geen dakisolatie aanwezig was. Nu geldt die eis alleen nog voor wie een energielening zou nemen voor zonnepanelen.

Los daarvan is het altijd zinvol om eerst te investeren in dakisolatie en pas daarna in zonnepanelen. Een euro die je investeert in dakisolatie zal namelijk meer opbrengen dan een euro die je investeert in zonnepanelen.

Dus ook al geldt er geen verplichting tot dakisolatie in de andere gewesten, het blijft daar de topprioriteit in om minder energie te verbruiken in de woning.

Elektrische installatie

De plaatsing van fotovoltaïsche zonnepanelen is een ideale gelegenheid om de elektrische installatie in orde te brengen.

Een conformiteitscontrole is verplicht bij elke grote aanpassing van de elektrische installatie, zoals bv. bij de plaatsing van zonnepanelen. Normaal kan de elektrische installatie van je woning geen onoverkomelijke hindernis zijn. In een woning met een oude elektrische installatie moet die op zijn minst conform worden gemaakt. De plaatsing van fotovoltaïsche zonnepanelen is een ideale gelegenheid om de hele elektrische installatie bij te werken (differentieelschakelaar, aarding, doorsnede van de elektrische geleiders, zekeringenkast …).

Voor wie niet meteen een vertrouwde elektricien kan aanspreken, kan het handig zijn om een eerste controle te laten uitvoeren door een keuringsinstelling en die te laten uitschrijven wat precies aan de elektrische installatie moet worden veranderd. Vervolgens kun je dan bestekken vragen bij meerdere elektriciens. Zo vermijd je dat die je onnodig op kosten jagen. De prijs voor een tweede controle kun je er op die manier soms snel weer uitwinnen.

Tweevoudig of normaal uurtarief?

Je moet bekijken in welke mate je zonnepanelen je jaarlijks elektriciteitsverbruik kunnen dekken.

Als ze al je elektriciteit leveren, ben je beter af met het enkelvoudig uurtarief. De teller draait doorheen het jaar dan voor- en achteruit om uiteindelijk tot een (quasi) nulverbruik te komen. Met het tweevoudige uurtarief heb je daarentegen een dag- en een nachtteller. De dagteller draait tijdens weekdagen (tegen het duurdere piekuurtarief) en de nachtteller enkel tijdens het weekend (tegen het lagere daluurtarief). Aangezien de piekteller 5 dagen en de dalteller maar 2 dagen draait, zullen de zonnepanelen dus vooral de piekteller doen terugdraaien. De kWh die je “te veel” produceert, krijg je echter niet terugbetaald. Daarom laat je je toestellen beter meer overdag draaien om beide tellers in evenwicht te brengen. Met een enkelvoudige meter hoef je daar niet aan te denken.

Dekken je zonnepanelen echter minder dan 70 % van je verbruik, dan kun je de tweevoudige uurtariefmeter beter behouden. Je kunt je kosten dan verlagen door je toestellen zo veel mogelijk tegen het lagere daluurtarief te laten draaien. Controleer wel regelmatig of je dagteller niet te veel vooruit of terug is gedraaid. Is dat wel het geval, zet je toestellen dan minder vaak of juist vaker aan tijdens weekdagen. Maar zelfs een overproductie van enkele kWh is niet zo erg: meestal is het tweevoudig uurtarief nog altijd voordeliger dan het enkelvoudig. Maar als je zonnepanelen meer dan 70 % van je elektriciteit opwekken, stapt je beter over op het enkelvoudig uurtarief. Weliswaar kun je met een tweevoudige meter proberen om beide tellers in evenwicht te brengen, maar dat is niet zo eenvoudig. Bovendien is het voordeel van het tweevoudig uurtarief in dit geval kleiner, aangezien je verbruik vooral wordt gedekt door uw zonnepanelen. Daarom kies je in dit geval beter voor het enkelvoudig uurtarief.

In het Brussels Gewest zal de afschaffing van de "compensatie" (via de meter die terugdraait) ervoor zorgen dat het bijna onmogelijk is om met je zonnepanelen meer dan 70 % van je verbruik te dekken. Om die reden is het dus beter om de tweevoudige uurmeter te behouden, zoals hierboven uitgelegd.

Isolatie van het dak

kWp: wat is dat?

kWp staat voor kilowattpiek. Dit is de eenheid waarin het elektrische vermogen van fotovoltaïsche zonnepanelen wordt uitgedrukt. De ervaring leert dat in ons land 1 kWp in zeer goede omstandigheden de eerste jaren goed is voor een stroomproductie van 900 kWh per jaar. Met zeer goede omstandigheden wordt in België bedoeld: een oriëntatie op het zuiden en een dakhelling van ongeveer 30° zonder schaduw. Als de oriëntatie en/of de dakhelling niet optimaal zijn, zal het rendement zakken. Dit rendementsverlies kan oplopen tot 20 %, bv. bij een dak gericht op het oosten of het westen en met een helling van 45°.

Weet ook dat bepaalde regio’s meer zon krijgen dan andere. De kust en de Gaume in het zuiden van de provincie Luxemburg krijgen het meeste zon.

Welk vermogen en hoeveel m² te kiezen?

Doorgaans is het interessant ernaar te streven om het eigen totale jaarlijkse stroomverbruik volledig te compenseren met stroom uit zonnepanelen. Het vereiste vermogen van uw installatie (uitgedrukt in kilowattpiek of kWp) verkrijg je dan door je jaarlijkse stroomverbruik te delen door 900 (of iets minder als bv. oriëntatie en dakhelling niet optimaal zijn; vermenigvuldig 900 dan met het percentage volgens de oriëntatie en de dakhelling uit de tabel, bv. 900 x 0,93 = 837.

Concreet verbruikt een doorsneegezin 3 500 kWh stroom per jaar en heeft dat in dit voorbeeld ongeveer 4 kWp nodig.

Het is echter niet altijd mogelijk om tientallen vierkante meters op een dak te plaatsen. Als je per kWp mag rekenen op 5 tot 7 m², heb je al snel tussen 20 en 30 m² panelen nodig in geval van een goede oriëntatie. Zoveel plaats is er niet op elk dak beschikbaar.

Het kan evenmin de bedoeling zijn om de installatie te groot te kiezen. In het Brussels Hoofdstedelijk gewest is het vermogen trouwens in ieder geval beperkt tot 5 kWp (technisch gesproken is het maximum uitgedrukt in kVA, wat dicht in de buurt ligt van het cijfer in kWp). Dat komt overeen met een jaarverbruik van hooguit 5 400 kWh per jaar. Hou er ook rekening mee dat je voor een vermogen hoger dan 5 kWp over driefasige stroom moet beschikken, wat soms extra kosten met zich brengt. In de andere gewesten ligt het maximum voor particulieren op 10 kWp.

Mono- of polykristallijn?

Het meest verspreid zijn de zonnepanelen op basis van silicium: daarbij is er keuze tussen monokristallijn en polykristallijn.

Welke te kiezen? Dat is in de eerste plaats een kwestie van beschikbare plaats. Sommige zonnepanelen in monokristallijn bieden een hoger rendement, zodat je per kWp ongeveer 5 m² zonnepanelen nodig hebt, tegenover 6 à 7 m² bij de andere. Dit kan bv. van belang zijn voor wie minder dakoppervlak ter beschikking heeft. Die panelen met een hoger vermogen zijn doorgaans iets duurder en door dat soort panelen te plaatsen, vergroot je uiteindelijk doorgaans je winst niet. Toch zullen sommigen liever nu meer investeren om later een lagere stroomfactuur te betalen, en zich zo beter in te dekken tegen toekomstige prijsstijgingen.

Aanblik

Effen zwarte panelen gaan soms mooier in het dakgeheel op.

Monokristallijnmodellen hebben een zwarte aanblik, wat vaak meer in de smaak valt dan het blauwachtige van de polykristallijnpanelen. Dit is natuurlijk een persoonlijke kwestie. Voor wie dat wenst, bestaan er zelfs panelen in een effen donkere kleur en een zwart kader of frame rondom. Die gaan mooier op in de kleur van bv. een leien dak.


Diefstalbeveiliging

Je kunt het dieven moeilijker maken door borgmoeren (contramoeren) te gebruiken, waardoor ze de panelen minder makkelijk kunnen demonteren, of zelfs moeren te gebruiken die je niet kunt terugdraaien. Dit is des te meer het geval bij installaties op de grond of op tuinhuizen.

Neem steeds contact op met je verzekeraar om na te gaan of de installatie verzekerd is tegen diefstal (dekking binnen de woningverzekering, beter gekend als brandverzekering).

Reiniging

Bij een dakhelling van meer dan 15° zal de regen het oppervlak van de panelen op natuurlijke wijze schoonmaken, net zoals een dakvlakvenster. Toch kan er soms vuil achterblijven, zoals uitwerpselen van vogels. Daarom is het belangrijk dat je de panelen af en toe aan een controle onderwerpt en zo nodig aangekoekt vuil verwijdert. je moet er dan natuurlijk wel bij kunnen. Let erop dat je niet te hard op de panelen drukt want die zijn daar nogal gevoelig voor.

Garanties en contracten

Rendementsgarantie van 25 jaar

De meeste fabrikanten garanderen dat de zonnepanelen na 25 jaar nog 80 % van het beginrendement leveren. Het gaat hierbij dus niet om een garantie met eventueel een vervanging van materiaal in geval van een gebrek, maar om een bewering over de toekomstige prestaties van de panelen.

Wettelijke garantie op panelen en/of omvormer

Vertonen er zich gebreken aan de installatie binnen 2 jaar na de plaatsing, dan heb je dankzij de wettelijke garantie in principe recht op gratis herstelling of vervanging van de panelen en/of de omvormer. Wanneer het gebrek ernstig is en niet meer hersteld kan worden, kan er een prijscompensatie worden gegeven of kan de overeenkomst worden ontbonden.

De wettelijke garantie verzwakt wel na de eerste zes maanden, in die zin dat het vanaf dan aan jou is om te bewijzen dat het gebrek al bestond op het ogenblik van de levering. Als de installateur te kwader trouw is, zul je desnoods naar de rechter moeten stappen en aan de hand van een expertise moeten aantonen dat het gebrek effectief al bij de levering bestond.

Je hebt overigens steeds minstens 2 maanden de tijd om het gebrek te melden nadat je het hebt vastgesteld.

Zodra de wettelijke garantieperiode voorbij is, gelden de gewone regels op het vlak van een koopovereenkomst: je kunt nog steeds verhaal halen voor ernstige verborgen gebreken die al aanwezig waren op het ogenblik van de installatie.

Fabrieksgarantie op panelen en/of omvormer

Naast de wettelijke garantie kan een verkoper een commerciële “fabrieksgarantie” aanbieden. Vaak is ze ruimer dan de wettelijke. Zo genieten de panelen doorgaans een waarborg van minstens 10 jaar. Een waarborg van 5 jaar op de omvormer is een minimum en 10 jaar is aan te bevelen als je weet dat zijn vervanging (soms meer dan) € 2 000 kan kosten. Soms kun je mits een toeslag van bv. € 300 een bijkomende garantie van 5 jaar krijgen. Nog beter is over een extra termijn zonder meerkosten te onderhandelen.

Wat de fabrieksgarantie inhoudt, wordt zelden of nooit toegelicht. Je vraagt daar dus maar beter expliciet naar. Vraag steeds de voorwaarden van de fabrieksgarantie op en laat zo mogelijk schriftelijk vastleggen dat het werk en de verplaatsingskosten inbegrepen zijn.

Garantie op het werk

Sommige installateurs geven 10 jaar op de plaatsing, en meer specifiek op elk gebrek qua lekdichtheid voor het deel van het dak waarop de fotovoltaïsche installatie is geplaatst. Dat vormt een belangrijke - en volgens ons inziens zelfs noodzakelijke - aanvulling op de fabrieksgarantie (op de panelen en/of de omvormer), enigszins te vergelijken met de tienjarige aansprakelijkheid in de bouw.

Plaatsingstermijn

Weinig installateurs geven een bindende leveringstermijn op. Nochtans zijn de leveringstermijn en de nalevering ervan essentieel bij een overeenkomst. Sommige installateurs wachten zelfs de bestelling van de klant af om pas daarna, louter eenzijdig, een leveringstermijn op te geven. Hiermee overtreden ze de wet.

Weet dat als er geen termijn is vermeld, er toch zoiets bestaat als de notie van “redelijke termijn”. Wanneer u meent dat die overschreden is, kunt u een installateur in gebreke stellen om de werken binnen een bepaalde termijn uit te voeren. Wanneer hij hier niet op ingaat, hebt u het recht om de overeenkomst te verbreken en de voorschotten die u hebt betaald, terug te vorderen. Daarnaast kunt u een schadevergoeding eisen voor onder meer de gederfde stroomproductie of gemiste groenestroomcertificaten (in Brussel).

Vaste prijs

Sommige installateurs behouden zichzelf de mogelijkheid voor om de prijs voor de installatie nog op te trekken nadat de overeenkomst is gesloten. Dat druist in tegen de wet (op de marktpraktijken). Bovendien mag toch worden verondersteld dat een installateur zijn prijs pas na een grondige studie bepaalt. Een tip: laat in de overeenkomst uitdrukkelijk opnemen dat de prijs onherroepelijk vast staat.

Vrijblijvende informatie

Installateurs van zonnepanelen hebben meer dan eens de neiging om hun aanbod als vrijblijvend te beschouwen, terwijl de klant zich wel moet binden. Zo stellen installateurs vaak hoge rendementen voorop. Volgens ons moeten ze die ook effectief kunnen staven en waarborgen. Een verkoper mag een klant immers niet overhalen om een contract te sluiten op basis van informatie die onjuist is en bedrieglijk wordt voorgesteld. Als het vooropgestelde rendement niet zou worden gehaald, zou hiertegenover zelfs een compensatie van de installateur moeten staan.

Voorschotten

De plaatsing van zonnepanelen vergt een investering van duizenden euro’s. Veel installateurs vragen om 90 % van de totale factuur te betalen vóór de panelen op het dak liggen. Op die manier heb je zo goed als de hele factuur betaald op een ogenblik dat je nog niet weet of de installatie correct zal werken. Idealiter zou een installateur niet meer dan 20 % van de totale kosten als voorschot mogen vragen. Daarnaast zou de betaling van de laatste schijf van (minstens) 25 % pas mogen gebeuren nadat de installatie werd getest, gekeurd en opgeleverd.

Overigens behouden de installateurs doorgaans het eigendomsrecht op de panelen totdat de factuur volledig betaald is.

Risico-overdracht

De installateurs hebben wel eens de neiging om alle risico’s van bij het sluiten van de overeenkomst op de klant af te schuiven terwijl ze het eigendomsrecht op de panelen behouden tot alles is betaald. Met dat laatste kunnen wij leven, maar dan mag ook het risico pas op de klant overgaan op het ogenblik dat de panelen op het dak zijn bevestigd. Zo wordt vermeden dat de klant moet opdraaien voor schade aan de panelen wanneer een installateur nalaat om ze tijdig aan te brengen en ze intussen op de werf laat liggen.

Afwijzing aansprakelijkheid

Verschillende installateurs achten zich alleen aansprakelijk als zij een opzettelijke of grove fout hebben begaan. Hierdoor rust er een te grote bewijslast op de klant. Laat dit soort bedingen uit de overeenkomst schrappen.

Eventuele boetes

Als een klant een van zijn verplichtingen niet nakomt, bv. omdat hij de bestelling annuleert of omdat hij de betalingen niet tijdig uitvoert, zwaaien nogal wat installateurs met zware boetes, die buiten proportie en onrechtmatig zijn. Kijk uit voor dit soort bedingen en laat ze zo nodig aanpassen.

Met een derde investeerder?

Sommige bedrijven stellen je niet alleen voor om panelen te plaatsen maar ze tegelijk voor jou te bekostigen. Zij promoten hun voorstel als “fotovoltaïsche installaties zonder investering” of “gratis installaties”. Soms worden deze bedrijven ook aangeduid als “derde investeerders”. Wij waarschuwen voor dit soort voorstellen, die soms veel weg hebben van bedrog. Vergelijk dit soort aanbiedingen steeds met de offertes van klassieke installateurs in combinatie met een financiering bij je bank. Je hebt er bijna altijd baat bij om je installatie zelf te bekostigen.

Formaliteiten

De installatie opstarten

Je mag de fotovoltaïsche installatie opstarten nadat de keuring door een erkend organisme is gebeurd. Het is verboden om de installatie voordien al te laten draaien. Vergeet ook niet dat je installatie stroom op het stroomnet injecteert. Als een arbeider zou worden geëlektrocuteerd bij werkzaamheden en je installatie blijkt de schuldige te zijn, draag jij de verantwoordelijkheid hiervoor. Bij de keuring worden de meterstand en de referentie van de meter ingevuld door de keuringsinstelling.

De keuring

Na de plaatsing van de hele installatie komt een keuringsinstelling (erkend organisme) langs om de installatie en de elektrische veiligheid te controleren. Het tarief voor deze keuring is doorgaans in het bestek vervat. Als niets is vermeld, vraag je de installateur het best expliciet wie die kosten zal dragen – reken op € 90 tot € 150 – en wie de afspraak met de keuringsinstelling zal maken.

Je moet als consument een volledig dossier kunnen voorleggen aan de keuringsinstellingen met o.a. een technische beschrijving van de installatie.

Als dit dossier niet volledig is, voert de keurder alleen een gedeeltelijke controle uit en moet achteraf een afspraak voor een nieuwe keuring worden gemaakt en uiteraard ook betaald. Als de consument zelf de keuring aanvraagt in plaats van de installateur, komt het voor dat die laatste niet alle documenten afgeeft zolang hij niet volledig is betaald. Om dit te vermijden, zijn van bij het begin goede afspraken met de installateur aangewezen.

Bouwaanvraag nodig?

Voor de plaatsing van zonnepanelen op een plat of schuin dak is meestal geen bouwvergunning nodig, tenzij er voor de locatie specifieke voorschriften gelden zoals verkavelingsvoorschriften, bijzondere plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen of nog bepalingen voor cultuurhistorisch beschermde gebouwen.

Vraag dus steeds bij de gemeente na of er specifieke voorschriften voor zonnepanelen gelden en/of je de plaatsing ervan moet melden.

Verzekering

Schade aan en diefstal van zonnepanelen worden doorgaans gedekt door de woningverzekering, beter gekend als de brandverzekering. Teken dus niet onbezonnen zomaar een bijkomende zonnepanelenverzekering. Vaak heb je helemaal geen extra verzekering nodig.

Wil je absolute gemoedsrust? Neem zeker contact op met je verzekeraar. En laat je zonnepanelen expliciet opnemen in de lijst van zaken die onder de dekking van je woningverzekering vallen (als deel van de woning of als deel van de inboedel).

De elektriciteitsleverancier

Je contract met je elektriciteitsleverancier loopt gewoon door. Eventueel kun je een herziening van de voorschotfacturen vragen, met het oog op het toekomstige lagere stroomverbruik.

De netbeheerder

Na de keuring maakt de keuringsinstelling een verslag van het gelijkvormigheidsonderzoek. Dit document moet je aan de (distributie)netbeheerder en aan de energieregulator van je gewest bezorgen.

Opgelet: Als je zonnepanelen laat plaatsen, moet je deze verplicht melden aan je netbeheerder. Als je hiermee in gebreke blijft, riskeer je immers vanaf 2017 beboet te worden met een bedrag tussen € 150 en € 20 000.

Deze melding is verplicht, aangezien je als eigenaar van zonnepanelen het "prosumententarief" moet betalen voor het gebruik van het net. Heb je je zonnepanelen nog niet gemeld? Er komt een overgangsperiode om je in regel te stellen.

Het decreet is ingegaan op 1 april 2017 en sinds 1 juni 2017 riskeer je ook beboet te worden. Daarnaast zullen onterecht uitbetaalde groenestroomcertificaten of onbetaalde prosumententarieven ingevorderd worden.

Voor meer informatie kun je contact opnemen met je netbeheerder: Fluvius.

Groenestroomcertificaten

Alleen in Brussel zijn er nog groenestroomcertificaten voor nieuwe installaties. Dat gebeurt via Brugel. In het Vlaams Gewest moet je sinds eind 2016 bij je eigen netbeheerder aankloppen.

Gemeentelijke premies

In sommige gevallen kun je voor het plaatsen van zonnepanelen ook aanspraak maken op steun van de gemeente. Doe steeds navraag. Voor Vlaanderen kun je ook terecht op de website "Energiesparen", waar het volstaat om het postnummer van je gemeente in te tikken.

Recyclage

Sinds 1 juli 2016 kan iedereen oude of kapotte zonnepanelen binnenbrengen bij een twintigtal inzamelpunten. Het bedrijf PV Cycle staat in voor de inzameling en de verwerking van de panelen. Het hele proces is gratis, en wordt eigenlijk gefinancierd met een kleine milieubijdrage van € 2 op elk nieuw zonnepaneel. Daar komt nog 6 % of 21 % btw bovenop. Het bedrag kan zo nodig jaarlijks worden aangepast.

Zonnepanelen en het net

Om goed te begrijpen wat er gebeurt bij de productie van zonnepanelen en wat ze opbrengen, moet je weten dat wie zonnepanelen bezit zich, afhankelijk van het moment, in drie verschillende situaties kan bevinden ten opzichte van het elektriciteitsnet.

Het eigen verbruik

De eigenaar van zonnepanelen verbruikt de stroom die zijn installatie produceert deels of zelfs volledig. Die stroom hoeft niet meer van het net te worden gehaald. Zijn installatie bezorgt hem die gratis. Het eigen verbruik is meteen de eerste winst.

Gemiddeld kan een gezin 30 tot 50 % van de geproduceerde stroom zelf verbruiken, althans als er geen batterijen in het spel zijn. Die elektriciteit moet niet meer van het net worden gehaald en het financiële voordeel per kWh is gelijk aan de totale stroomprijs, alle kosten inbegrepen: € 0,19 tot € 0,27 per kWh, afhankelijk van het gewest, de netbeheerder en de stroomleverancier. Dat is een basisvoordeel dat altijd behouden zou moeten blijven. Wij zijn categoriek tegen elke vorm van belasting op het eigen verbruik.

Overtollige stroom op het net

Tijdens een zonovergoten dag zal de fotovoltaïsche installatie meer produceren dan wat het gezin verbruikt. De “overtollige” productie wordt dan op het net gezet. Tot op heden bestaat er voor de particulier geen echt juridisch kader om die stroom te verkopen.

Verbruik via het net

Op bewolke dagen of gewoon ’s nachts brengen de zonnepanelen weinig of niets op. De stroom moet dus van het net worden gehaald. Doorgaans moet een gezin 50 tot 70% van zijn totale stroomverbruik van het net halen. Die stroom moet worden betaald zoals alle stroom die op een klassieke wijze wordt verbruikt, behalve als de meter terugdraait. In dat geval wordt het te betalen bedrag verminderd of zelfs tenietgedaan door de stroom die op het net wordt geïnjecteerd.

De meter die terugdraait

Bij zonnepanelen voor huishoudens krijg je in de drie gewesten sinds jaren een “compensatie” of vergoeding voor de stroomproductie die in mindering wordt gebracht van je elektriciteitsverbruik. Dat wordt aangeduid als de “terugdraaiende” meter. Het vormt een belangrijke financiële basissteun voor de consument.

Het principe is als volgt: men gaat ervan uit dat wat op het net wordt gestuurd, compenseert wat van het net wordt gehaald, en dat over een periode van een jaar. Anders gezegd gaat men ervan uit dat de geproduceerde stroom zelf wordt verbruikt, ook al is dat in de praktijk niet juist.

De meter hoeft niet fysiek terug te draaien opdat het principe van de "compensatie" zou worden toegepast: in Brussel werd de meter stelselmatig vervangen door een meter die in twee richtingen draait en die afzonderlijk meet hoeveel stroom je verbruikt en hoeveel stroom je op het net zet. Dat heeft niet belet dat de Brusselaar altijd het voordeel van de compensatie heeft kunnen genieten, die eenvoudig wordt berekend door de geïnjecteerde stroom af te trekken van de verbruikte stroom.

Het gaat hier om een reëel voordeel voor de eigenaar van zonnepanelen, die niet betaalt voor de elektriciteit die hij van het net haalt. Hierdoor moet hij ook niet de kosten betalen die aan het elektriciteitsnet eigen zijn (verdeling, onderhoud enz.) terwijl hij dat nochtans een groot deel van het jaar gebruikt.

Sinds enige tijd stellen de overheden dit voordeel in vraag. Een netvergoeding of prosumententarief werd in Vlaanderen ingevoerd; voor het Waals Gewest zouden er vergelijkbare plannen op stapel staan tegen 2020.

In Brussel zal de vergoeding worden afgeschaft. Initieel werd de afschaffing aangekondigd voor 2018, maar die zal nu ingaan vanaf 2020. Deze verandering zal een belangrijke impact hebben maar als tegenwicht heeft de overheid een verhoging van het aantal groenestroomcertificaten voorzien dat mogelijks inkomstenverlies kan compenseren. Deze maatregel trad al in 2016 in voege om afschaffing van de vergoeding te anticiperen.

Netvergoeding

Dankzij de compensatie door de meter die terugdraait, moet je niet betalen voor de stroom die je van het net haalt op de uren dat de zonnepanelen niets of weinig produceren. Dat voordeel werd al sterk in vraag gesteld, onder meer door de invoering van een netvergoeding.

Sinds 1 juli 2015 is er een netvergoeding ingevoerd in Vlaanderen, onder de naam “prosumententarief”. In het Waals Gewest wordt nu een netvergoeding aangekondigd tegen 202. Volgens het onwerp van methodologie voor de tarieve dat eind maart door het CWAPe werd gepubliceerd, zou het gaat om een netvergoeding die vergelijkbaar is met die in Vlaanderen.

De netvergoeding neemt in Vlaanderen een grote hap uit het voordeel van de terugdraaiende meter: 40 tot 55 %, afhankelijk van de oriëntatie van de installatie van zonnepanelen.

Ook al valt het te begrijpen dat eigenaars van zonnepanelen ooit voor het gebruik van het stroomnet moeten betalen, wij betreuren toch deze manier van handelen.

Enerzijds treft de maatregelen alle installaties van zonnepanelen, ook de bestaande. Maar de eigenaars ervan hebben aanvankelijk wel op die steun gerekend. In Vlaanderen heeft wie sinds 2013 zonnepanelen heeft laten plaatsen, zijn investering bijna uitsluitend kunnen terugverdienen op basis van de meter die terugdraait. De helft van dat voordeel kwijtraken heeft dus grote gevolgen. Uiteindelijk ondermijnt het plots opduiken van dat soort vergoeding het vertrouwen van de consumenten in investeringen in hernieuwbare energie op de middellange en lange termijn.

Anderzijds is het prosumententarief een vaste vergoeding en dus dezelfde voor elke installatie van een gelijk vermogen. Hij responsabiliseert de eigenaar van zonnepanelen geenszins; die heeft er geen baat bij om zijn gebruik van het stroomnet te verminderen door zijn eigen opgewekte stroom onmiddellijk te verbruiken. En de vergoeding houdt geen rekening met minder goed georiënteerde of verouderende installaties die minder gebruik maken van het net. Tot slot worden installaties die met een panne uitvallen, dubbel gestraft: de consument moet dezelfde vergoeding betalen terwijl de meter helemaal niet meer terugdraait.

Het is echter weinig waarschijnlijk dat de overheden op hun stappen terugkeren en we moeten er ons bij neerleggen dat de tijd van de meter die terugdraait zonder dat er daar een tegenprestatie tegenover staat, afgelopen of nakende is in alle gewesten.

Kun je die netvergoeding vermijden? Eigenlijk wel, als je een meter laat plaatsen die in twee richtingen kan draaien. Dan betaal je voor de stroom die je van het net haalt en je haalt je winst uit het feit dat je de stroom die de zonnepanelen opwekken, zelf verbruikt.

In Vlaanderen is die optie waarbij elke "compensatie" verdwijnt, financieel minder voordelig voor de meeste consumenten. In het Waals Gewest zal de situatie waarschijnlijk verschillend zijn want het ontwerp voor de methodologie voor de tarieven bepaalt dat er een gedeeltelijke compensatie blijft bestaan voor het deel van de "levering". Maar men zou zijn mate van eigen verbruik moeten kennen om te kunnen uitmaken of dat echt interessant is. We zullen op de nodige berekeningen terugkomen als het ontwerp is aangenomen.

In Brussels Gewest stelt zich de vraag van de netvergoeding niet aangezien een invoering van zo'n systeem niet gepland is. Alle eigenaars van zonnepanelen zullen in de loop van 2020 de stroom die ze van het net halen, moeten betalen via hun meter die in beide richtingen draait. Er zal geen compensatie zijn voor het aanleveren van stroom zoals gepland is in Wallonië.

Prijzen en financieel rendement

De prijs van de installaties is sterk gedaald sinds het einde van de jaren 2000. Van meer dan € 6 000 is de prijs gezakt naar minder dan € 2 000 per kilowattpiek, alles inbegrepen. Tijdens onze groepsaankoop van 2017 lagen de prijzen tussen € 1 100 en € 1 500 per kWp (kilowattpiek) voor een basisinstallatie, 6 % btw inbegrepen. Wij raden je aan om steeds meerdere bestekken te vragen om de marktprijzen voor je eigen situatie te kunnen beoordelen op het ogenblik dat je een installatie zou willen plaatsen.

Uiteraard zijn offertes niet altijd volledig vergelijkbaar. Zo bestaan er verschillende soorten zonnepanelen (qua rendement en aanblik), zijn er tal van merken en zijn in de bestekken soms ook enkele bijkomende posten opgenomen, zoals de aanpassing van de elektrische installatie of de plaatsing van een stelling om op een hoog dak te kunnen.

De prijs per kilowattpiek die je voor je zonnepanelen moet betalen, heeft een grote impact op het financiële rendement. Wanneer je offertes ontvangt, doe je er goed aan om steeds dit bedrag te berekenen en gebruik te maken van onze grafieken om een beeld te krijgen van je rendabiliteit.

Rendement in Vlaanderen

In Vlaanderen is de situatie al jaren dat je je installatie alleen kunt terugverdienen dankzij de meter die terugdraait. De netvergoeding vermindert er de winst, maar de steeds hogere elektriciteitsprijs zorgt voor een positief rendement.

Met een zeer goede oriëntatie en met een aanschafprijs van € 1 500 per kWp, kan het rendement hoger dan 4% oplopen. Maar in minder gunstige omstandigheden kan het rendement zakken tot 2,5 %.

De terugverdientijd varieert van 6 tot 14 jaar.

Rendement in Brussel

In Brussel krijgt de eigenaar van zonnepanelen nog groenestroomcertificaten. De elektriciteit die door de panelen wordt geproduceerd, geeft aldus recht op groene certificaten gedurende 10 jaar. In de praktijk krijg je iets meer dan € 250 per geproduceerde 1 000 kWh (bedrag in 2017). Weet dat het bedrag afhankelijk is van een markt waar je je certificaten aan leveranciers moet verkopen.

In Brussel is het financiële rendement vrij hoog dankzij de steun van de groenestroomcertificaten, en dat zelfs met de afschaffing van de meter die terugdraait (in 2018), op voorwaarde dat de prijs van de groenestroomcertificaten op het huidige peil blijft. Wij gaan er daarbij van uit je 30 tot 45 % van de geproduceerde stroom zelf verbruikt.

Met een zeer goede oriëntatie en een prijs van € 1 500 per kilowattpiek, kan het rendement oplopen tot 5 %. Maar in minder gunstige omstandigheden kan het rendement zakken. Het rendement blijft wel altijd positief en hoger dan wat een spaarboekje opbrengt, tot ongeveer 3 à 4%.

De terugverdientijd is in Brussel vrij kort: dankzij de groenestroomcertificaten mag je rekenen op 5 à 7 jaar.

Rendement in het Waals Gewest

De Qualiwatt-premies zullen verdwijnen vanaf juli 2018. Wij zijn momenteel aan het berekenen wat dit concreet betekent voor de financiële rendabiliteit. We zullen in onze berekening rekening houden met een netwerkvergoeding, aangekondigd voor 2020. Het rendement blijft wel steeds positief.

Met een zeer goede oriëntatie en een prijs van € 1 500 per kWp voor een installatie kan het financiële rendement in Wallonië oplopen tot meer dan 4 %. Maar dat percentage kan zakken tot ongeveer 2 % in minder gunstige omstandigheden.

Wat de terugverdientijd betreft, mag je in Wallonië rekenen op 7 tot 15 jaar.

Bezin eer je begint

Uiteindelijk varieert het rendement dat wij over 20 jaar berekenen volgens het gewest waar de woning zich bevindt en volgens de woning zelf.

Al bij al is investeren in zonnepanelen een optie voor wie een dak met een goede oriëntatie heeft, een correcte aankoopprijs kan verkrijgen en ermee kan leven dat men soms zaken wijzigt, Als je het moeilijk hebt met het idee dat men op een bepaalde dag je zonnepanelen gaat belasten, dat men je meter verandert of nog de manier wijzigt waarop je voordeel wordt berekend, kun je beter voor een andere belegging kiezen.

Fiscale aspecten

Boven op het voordeel van de eigen productie (en “de meter die terugdraait”), kun je soms op bepaalde andere gunstmaatregelen rekenen.

Verlaagde btw

Wie zonnepanelen plaatst op een woning van minstens 10 jaar, betaalt normaal slechts 6 % btw.

Geen verhoging van het kadastraal inkomen

De overheid heeft willen vermijden dat wie zijn woning beter isoleert of andere energiebesparende ingrepen uitvoert, met een verhoging van zijn kadastraal inkomen zou worden “bestraft”. Daarom beschouwt de fiscus onder meer de plaatsing van fotovoltaïsche zonnepanelen niet als een aanzienlijke wijziging van de woning en wordt het kadastraal inkomen niet verhoogd.

Belastingvoordeel

Er bestaat geen specifiek belastingvoordeel meer voor zonnepanelen. Toch kun je in bepaald gevallen nog belastingvoordeel genieten als de panelen worden gefinancierd in het kader van een lening voor de woning. De aftrekmogelijkheden verschillen sterk volgens het fiscale profiel van de eigenaar.

Nuttige links

Op federaal vlak geniet je onder bepaalde omstandigheden een verlaagd btw-tarief van 6 % in plaats van 21 %.

Vlaanderen

Meer informatie over premies op www.energiesparen.be en www.premiezoeker.be. Je kunt ook meer lezen over het prosumententarief en over het aanmelden van de installatie of nog de groenestroomcertificaten in Vlaanderen

Brussel

Meer informatie over premies op www.leefmilieubrussel.be. Voor meer info over de groenestroomcertificaten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, raadpleeg de website van www.brugel.be.

Wallonië

Meer informatie over de groenestroomcertificaten en de Qualiwatt-premies vind je op de website van het Cwape. Je kunt ook meer lezen over de installatie op zich op www.ef4.be en www.apere.org.

Denk je eraan om aan energiedelen te doen?

Wil je zeker zijn dat je energiecontract daar

optimaal op afgestemd is?

Gerelateerde berichten

Warmtepompen voor uw verwarming

Lees meer

Isoleren in 5 vragen

Lees meer

Hoeveel shoppingbudget hou jij over?

Lees meer

Ontdek Gaele

Contact

Kortrijksesteenweg 387

8530 Harelbeke

+32 (0)2 899 04 68

info@gaele.be

Je energiemakelaar voor
KMO, industrie en overheid

Duurzame energieoplossingen

Ultrasnel elektrisch laden